Hoe zit het met stopwoordjes in andere talen?
In deze blog hebben we het al veel gehad over de stopwoordjes in de Nederlandse taal. Maar hoe zit het eigenlijk met stopwoordjes in andere talen? Kunnen we deze stopwoorden vergelijken met stopwoorden uit het Nederlands? De talen die we gaan vergelijken zijn Frans, Duits, Engels en Spaans.

Engels en Spaans zijn wereldtalen. Dit houdt in dat deze talen in landen over de hele wereld gesproken worden, maar hoe zit dat met de stopwoordjes? Zijn die ook overal hetzelfde? In de Engelse taal komen verschillende stopwoordjes regelmatig terug. Voorbeelden hiervan zijn ‘euh’, ‘you know’ and ‘like’. (Walters, 2025) ‘Euh’ en ‘like’ zijn stopwoordjes die we ook in de Nederlandse taal terugzien. ‘Like’ betekent namelijk ‘een soort van’, dit is een stopwoordje die je in de Nederlandse taal ook vaak terug hoort. Het stopwoordje ‘euh’ is niet alleen in het Engels en Nederlands terug te horen, maar ook in alle andere talen op de wereld. Dit komt ook omdat het niet een 'echt' stopwoordje is. ‘Euh’ is namelijk een klank. We zouden ‘euh’ dus beter kunnen beschouwen als een stopklank of een opvulklank.
De uitspraak van de stopwoordjes ligt aan de taal waarin ze worden uitgesproken. Stopwoordjes worden ook niet vaak overgenomen uit andere talen. Dit zou gek zijn, want deze veel gebruikte stopwoorden zouden op deze manier beter merkbaar zijn. Het zou bijvoorbeeld raar zijn als we ineens het Spaanse stopwoord ‘pues’, wat ‘dus' betekent, in onze zinnen gaan gebruiken. “Voor ons profielwerkstuk onderzoeken wij stopwoordjes, pues euhh.., dat vinden wij erg interessant.” Echter nemen we sneller stopwoordjes over uit het Engels. Dit komt ook doordat de Engelse taal een steeds grotere rol gaat spelen in onze samenleving. Opleidingen worden gegeven in het Engels, internationale bedrijven communiceren in het Engels, maar ook onze vorige minister-president haalde nog wel eens het Engels en het Nederlands door elkaar (Roset, 2022). Vandaar dat je vaker hoort dat sommige Nederlanders ook Engelse woorden en stopwoorden gaan overnemen. Een voorbeeld hiervan is ‘like’. “Ik was gisteren aan het winkelen en toen zag ik, like, die razend populaire broek.” Voornamelijk onder jongeren is te zien dat een tijdje terug nog maar een kleine groep dit stopwoordje gebruikten, inmiddels is deze groep groter geworden.
Stopwoorden uit het Spaans worden minder snel overgenomen, dit komt omdat er ook veel minder Spaans dan Engels gesproken wordt in Nederland. Dit maakt dat het nóg raarder wordt als we ineens stopwoorden uit deze taal aan onze gesprekken toe gaan voegen.
In het Spaans worden wel veel stopwoorden gebruikt. De bekendste is ‘pues’. Gabriëlle Franquinet merkt dit ook wanneer ze in Spanje is en wanneer ze zelf Spaans spreekt. In het Spaans gebruiken ze ook, net als in andere talen, het stopwoordje ‘euh’. Ook de stopwoordjes ‘sí’ en ‘vale’ komen vaak terug in de Spaanse taal. Het woordje ‘sí’ is het Nederlandse stopwoordje ‘ja’, het woordje ‘pues’ is het Nederlandse ‘dus’ of ‘goed’ en het woordje ‘vale’ is het Nederlandse stopwoordje ‘oké’.

Ondanks dat de Duitse taal vaak door mensen wordt vergeleken met de Nederlandse taal, zijn de stopwoordjes totaal anders. Zo is een veelgebruikt Duits stopwoord ‘halt’, dit letterlijke vertaling hiervan is ‘stoppen’. Een stopwoord zoals deze is er niet in de Nederlandse taal. In de Duitse taal wordt dit stopwoordje gebruikt om te laten merken dat ze even vastlopen. Het stopwoordje is dan ook excuus voor dat ze even moeten nadenken (Emanuel, 2023). Een ander veelgebruikt Duits stopwoordje is ‘eben’, dit betekent ‘zelfs’, een stopwoordje die we in de Nederlandse taal ook terugzien. ‘Ja’ is ook een stopwoordje uit de Duitse taal, dit wordt niet gebruikt als een bevestigende ‘ja’, maar het wordt tussen de woorden in de zin gestopt (Franquinet, 2025). Uiteraard komt het stopwoordje ‘euh’ ook terug in de Duitse taal.
Voor het stopwoordje ‘euh’ is de uitspraak in alle talen niet altijd hetzelfde. Vergelijk bijvoorbeeld het Franse en het Nederlandse accent met elkaar. In de Franse taal kan dit stopwoordje veel makkelijker verstopt worden in de zin zegt Silia Lamari (Lamari, 2025). Het Franse accent zorgt ervoor dat het stopwoordje ‘euh’ minder snel opvalt. Andere veelgebruikte Franse stopwoorden zijn ‘alors’, ‘du coup’, ‘wesh’, ‘bof’, ‘comme ci, comme ca’ en ‘donc’. De stopwoorden ‘wesh’, ‘donc’ hebben eigenlijk geen betekenis. Dit is best opvallend want in de Nederlandse taal hebben de stopwoorden vaak nog wel een betekenis als ze niet als stopwoord gebruikt worden. De Franse stopwoorden ‘alors’ en ‘du coup’ betekenen ‘dus’. Het woordje ‘bof’ wordt ook gebruikt als Frans stopwoordje, met dit woordje druk je uit dat iets niet fantastisch is, maar ook niet slecht. Dit woordje is de minder nette vorm van ‘comme ci, comme ca’ (Lamari, 2025).
Uit het interview met Gabriëlle is gebleken dat ze minder stopwoordjes in het Duits gebruikt dan in het Spaans. Dit heeft te maken met de manier waarop ze de talen heeft aangeleerd, ze heeft Spaans geleerd uit communicatie en Duits uit de boeken. Door het leren van een taal uit boeken zie je niet hoe de stopwoordjes gebruikt worden in die taal, het wordt geformuleerd in de boeken zonder stopwoordjes en je leert de zinnen te formuleren zonder stopwoordjes. De Spaanse taal heeft Gabriëlle geleerd door het spreken en oefenen met de Spaanse taal, daarnaast leerde ze ook uit boeken, maar vooral uit de spreekvaardigheid. Door het spreken van de taal met Spaanstaligen leer je de stopwoordjes die zij gebruiken, de woorden die vaak terugkomen in de taal zonder dat ze een betekenis hebben in de zin. Door deze gesprekken ga je deze woorden sneller onthouden wat ervoor gaat zorgen dat je ze zelf ook sneller gaat gebruiken. (Franquinet, 2025).
Stopwoordjes komen terug in alle talen. Bij sommige woorden betekent de vertaling precies hetzelfde, de vertaling van andere woorden gebruiken we nooit in onze communicatie. Maar in iedere taal moeten mensen nadenken over wat ze willen zeggen, en in iedere taal willen mensen de tijd dat het stil is opvullen met stopwoorden.
Veel van bovenstaande informatie komt uit de interviews die we hebben gehouden met verschillende taaldocenten bij ons op school. Sonja Walters voor het vak Engels, Silia Lamari voor het vak Frans en Gabriëlle Franquinet voor de vakken Spaans en Duits. Wil je de gehele interviews lezen, dan kan dat door hieronder klikken op de taal:
Bronnen:
Roset, F (2022, 17 maart), “Steeds meer Engels in het Nederlands”, In: Steeds meer Engels in het Nederlands - LabLog - Weblog
Emanuel (2023, 11 december), “How Germans use ‘halt’”, In: The Secret New Meaning of "halt" - How Germans Use it